woensdag 20 juli 2011

Het is weer eens honger in Afrika

De komende weken zullen we door de media weer worden gebombardeerd met oproepen om te geven voor Afrika. Daar heerst weer eens een keer grote hongersnood. Die komt net zo “verrassend” als het wisselen van de jaargetijden. Steeds opnieuw worden bij grote gebeurtenissen, zoals bij het Live-Aid-Concert, grote sommen geld voor Afrika ingezameld, opdat daar eindelijk geen honger meer zal zijn. En dan komt de volgende hongersnood. Waarom eigenlijk? Wie nu geld wil geven, zou enkele feiten moeten kennen.

In Somalië, Kenia, Ethiopië en Soedan dreigen tot 12 miljoen mensen te verhongeren. En nu moeten wij Europeanen (opnieuw) het volgende reddingspakket financieren. Alleen al in Kenia hebben 3,5 miljoen mensen nu levensmiddelenleveranties nodig. Dat is niet verbazend, want Kenia heeft zijn militaire uitgaven met 25% verhoogd en geeft veel meer geld uit aan wapens dan aan het garanderen van levensmiddelen voor het eigen volk. Ondanks de wereldwijde economische crisis geven alle Afrikaanse landen steeds meer geld voor wapens uit. Zo geeft Soedan al bijna 21% van zijn BNP uit aan wapens (SIPRI database).

Ook Ethiopië – eveneens zwaar getroffen door de droogte – heeft pas onlangs aangekondigd de uitgaven voor wapens nog verder te willen verhogen. Somalië – ook door de honger getroffen – is ondanks een VN-wapenembargo intussen een van de grootste overslagplaatsen voor wapens van Afrika, de wapenhandelaren geven ongegeneerd interviews in Mogadishu. De Somalische piraten bedreigen de internationale scheepvaart en kapen behalve olietankers ook vooral containerschepen met levensmiddelen. Van de rederijen van de schepen properen ze losgeld af te persen. Dat levert meer winst op dan zelf op het veld aan het werk te gaan.

En juist vanwege deze Somalische piraten zijn de prijzen van levensmiddelen voor de Somalische bevolking met 20 tot 30% gestegen, omdat nog maar weinig vrachtschepen bereid zijn om de Somalische havens aan te doen. Ook voor het WFP (wereldvoedselprogramma) van de VN werd het steeds moeilijker om de hulpbehoevenden van levensmiddelen te voorzien, omdat steeds minder scheepseigenaren bereid zijn om hun containerschepen naar de regio te laten varen. De Somaliërs hebben zelf de tak afgezaagd waarop ze zitten. Meer nog: de Somalische piraterij maakt vanwege de stijgende verzekeringspremies ook onze levensmiddelen duurder. En nu moeten wij diegenen, die zorgen voor de stijging van de levensmiddelenprijzen en onze schepen kapen, ook nog gratis levensmiddelen thuis afleveren?

In Zuid-Soedan is het niet anders gesteld met de hulpbehoevendheid. Zuid-Soedan is rijk aan grondstoffen, heeft meerdere miljarden barrels aardolie. De productie van de olievelden zou men heel gemakkelijk op de wereldmarkt kunnen ruilen tegen levensmiddelen – als men dat zou willen. Dom genoeg doet Zuid-Soedan nu precies datgene, wat de hongerlijders Kenia en Ethiopië al jarenlang doen. Het land geeft nu eerst een groot deel van de olieopbrengsten aan wapens uit. De Amerikanen bouwen nu een groot (Amerikaans) militair steunpunt in Juba/Zuid-Soedan. Van daaruit zal zeer zeker niet de verdeling van levensmiddelen worden gecoördineerd. Het gaat veelmeer om wapenhandel.

De hele hulpindustrie is niets anders dan een kalmeringspil voor het voortdurende slechte geweten van Europeanen. Zonder uitzondering alle grote aankondigingen om de honger in Afrika eindelijk te overwinnen, zijn de afgelopen decennia brutaal mislukt. Dat ligt niet aan de Afrikaanse burgers. En het ligt ook niet aan ons. Het ligt aan ellendige machtselites in Afrika en ook bij ons.

De gewetenloze politieke gangsters calculeren knalhard ons slechte geweten in. In werkelijkheid gaat het hen alleen maar om zaken doen. Bondskanselier heeft zojuist een reclametoer door Afrika gemaakt voor de wapenindustrie. Het gaat om opdrachten in miljardenhoogte. En voor de hongerlijders in Afrika heeft ze heel “royaal” een miljoen euro Duitse hulp aangekondigd. De rest moeten wij nu ophoesten. En de wapenhandel gaat rustig door. Zoals altijd. En daarom geef ik geen cent. Ik doe niet meer mee aan dit cynische spelletje.

Nu zullen veel mensen verontwaardigd zeggen, dat men die arme Afrikanen toch niet zou kunnen laten verhongeren. Deze mensen weten waarschijnlijk niet, wat er in werkelijkheid gebeurt met het grootste deel van het geld dat zij schenken tegen de honger in Afrika: zodra zich een hongersnood aftekent, verhogen de regeringen onmiddellijk de landingskosten voor vliegtuigen in de betroffen gebieden en het liggeld voor schepen met hulpgoederen. Ook de huurprijzen voor vrachtwagens, waarmee de hulpgoederen getransporteerd worden, stijgen onmiddellijk (uiteraard ook de brandstofprijzen). Bovendien moeten er hoge invoerrechten worden betaald. Iedereen wil nu nog maar één ding: geld verdienen!

In duidelijke taal: minstens de helft van een geschonken euro verdwijnt in de zakken van gewetenloze zakenmensen, die met de desbetreffende regeringen van de hongergebieden samenwerken. De strijd tegen de honger is een enorme industrie, waarvan uiteindelijk slechts één groep profiteert: die van de zakenmensen. Slechts een heel klein gedeelte van de hulp komt uiteindelijk terecht bij de hongerlijders. De met het ingezamelde geld gekochte levensmiddelen verdwijnen in duistere kanalen en duiken heel snel op regionale markten op, waar ze niet verdeeld, maar verkocht worden. Hongerlijders kunnen deze echter niet kopen. Iedere hulporganisatie weet dat. En desondanks zamelen ze steeds opnieuw geld in met ontroerende beelden van hongerende kinderen.

Per slot van rekening werken ze zelf immers ook niet voor niets. Want ook de hulporganisaties nemen een groot deel van het ingezamelde geld voor hun rekening. En uiteindelijk blijft er bijna niets over voor diegenen die het echt nodig hebben. Bovendien: al decennia lang ondersteunen Europese belastingbetalers levensmiddelenmagazijnen in potentiële Afrikaanse hongerregio´s. En als er een hongercrisis komt, dan zijn ze bijna allemaal leeg. Ook dat is al tientallen jaren lang zo. Per slot van rekening betalen wij graag toch nog een keer, of niet soms?

maandag 28 maart 2011

De CIA’s Libische rebellen: Dezelfde terroristen die US en Nato soldaten doden in Iraq

Vertaald van (The CIA’s Libya Rebels: The Same Terrorists who Killed US, NATO Troops in Iraq)

2007 West Point Study Shows Benghazi-Darnah-Tobruk Area was a World Leader in Al Qaeda Suicide Bomber Recruitment
'Slangen, dorst, hitte, zand en ... Libië alleen kan een veelheid van ellende dat het mannen zou betamen te vluchten. "
Lucan, Pharsalia

Webster G. Tarpley, Ph.D.
TARPLEY.net
24 Maart 2011

Washington DC, 24 maart 2011 - De huidige militaire aanval op Libië is ingegeven door de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1973 met de noodzaak om burgers te beschermen. Uitspraken van president Obama, de Britse premier Cameron, de Franse president Sarkozy en andere leiders hebben gewezen op het humanitaire karakter van de interventie, die gezegd wordt te streven naar het voorkomen van een slachting van pro-democratische krachten en mensenrechtenactivisten door de Khadafi-regime.

Maar tegelijkertijd hebben vele commentatoren angst geuit als gevolg van het mysterie dat hangt rond de anti-Khadafi overgangsregering die begin maart naar voren kwam in de stad Benghazi, gelegen in de Cyrenaica district van Noord-Oost-Libië. Deze regering is reeds erkend door Frankrijk en Portugal (en inmiddels Quatar) als de enige legitieme vertegenwoordiger van het Libische volk. Deze Rebellen-Raad lijkt te zijn samengesteld uit ruim 30 personen, van wie velen gehuld zijn in duisternis. Bovendien worden de namen van meer dan een dozijn leden van de rebellen van de Raad geheim gehouden, zogenaamd om hen te beschermen tegen de wraak van Gadaffi. Maar er kunnen andere redenen zijn voor de anonimiteit van deze figuren. Ondanks veel onzekerheid, hebben de Verenigde Naties en haar verschillende belangrijke NAVO-landen, waaronder de Verenigde Staten, zich gehaast om de strijdkrachten van dit rebellen regime met luchtaanvallen bij te staan, wat al leidde tot het verlies van een of twee vliegtuigen coalitie en het vooruitzicht van zwaardere verliezen, vooral als er moet een invasie moet komen. Het is hoog tijd dat het Amerikaanse en Europese publiek iets meer te weten komt over dit rebellen regime dat bedoeld is om een ​​democratisch en humanitair alternatief te vormen voor Gaddafi.

De rebellen zijn duidelijk geen burgers, maar een gewapend strijdmacht. Wat voor een strijdmacht?

Omdat veel van de rebellenleiders zo moeilijk uit de verte te onderzoeken zijn, en omdat een sociologisch profiel van de rebellen niet kan worden gedaan op de grond in het midden van oorlogvoering, kunnen misschien wel de typische methodes van de sociale geschiedenis als hulpmiddel worden gebruikt. Is er een manier voor ons om dieper inzicht te krijgen in de opinie die heerst in de noordoostelijke Libische steden als Benghazi, Tobruk, en Darnah, de belangrijkste bevolkingscentra van de opstand?

Het blijkt dat er zo’n manier is in de vorm van een december 2007 West Point studie naar de achtergrond van buitenlandse guerrillastrijders - jihadisten of mujahedin, inclusief zelfmoordaanslagen – die in de periode 2006-2007 de Syrische grens  naar Irak overstaken, onder auspiciën van de de internationale terroristische organisatie Al Qaida. Deze studie is gebaseerd op een hoeveelheid van ongeveer 600 Al-Qaeda personeelsbestanden die door Amerikaanse troepen in de herfst van 2007 bemachtigd werden, en op West Point werden geanalyseerd aan de hand van een methodiek die we zullen bespreken na presentatie van de belangrijkste bevindingen. De resulterende studie1  stelt ons in staat belangrijke vaststellingen te doen over de mentaliteit en het geloofs-structuren van de noordoostelijke Libische bevolking die de basis voor de opstand vormt, waardoor belangrijke conclusies over de politieke aard van de anti-Khadafi opstand in deze gebieden kunnen worden getrokken.

Darnah, noordoost Libië: Wereld-hoofdstad van Jihadisten

De meest opvallende vaststelling die blijkt uit het West Point onderzoek is dat de corridor die van Benghazi naar Tobruk gaat, en door de stad Darnah (ook wel Derna) gaat, een van de grootste concentraties van jihadistische terroristen vertegenwoordigt die in de wereld gevonden kan worden, en bij enkele maatstaven kan worden beschouwd als de belangrijkste bron van zelfmoordenaars waar dan ook ter wereld. Darnah, waar op elke 1000-1500 inwoners één Jihad strijder naar Irak wordt gestuurd om Amerikanen te doden, blijkt hiermee de suicide-bomber hemel, welke met gemak de dichstbijzijnde concurrent, Riyad, Saudi-Arabië, voorbijstreeft.

 

Libya map

Volgens West Point auteurs Joseph Felter en Brian Fishman, neemt Saudi Arabia de eerste plaats in wat betreft het absolute aantal jihad strijders dat in de onderzochte tijdsperiode naar Iraq werd gestuurd om daar tegen de Verenigde Staten en andere coalitie troepen. Libië, met een 4x zo kleine bevolking, nam de tweede plaats in. Saudi Arabia stuurde 41% van de strijders. Volgens Felter en Fishman, “was Libië het volgende meest voorkomende land van oorsprong met 18.8% (112) van de stijders die aangaven de Libische nationaliteit te hebben.” Andere, veel grotere landen bleven daar ver bij achter: “Syrië, Jemen, en Algerije waren de volgende meest voorkomende landen van oorsprong met respectievelijk 8.2% (49), 8.1% (48), en 7.2% (43). Morokkanen maakten 6.1% (36) uit van de aantallen en Jordaniërs 1.9% (11).”2

Dat betekent dat bijna één vijfde van de buitendlandse strijders die Iraq via Syrië binnenkomen afkomstig zijn uit Libië, een land met een bevolking van iets meer dan 6 miljoen.  Een groter deel van de Libiërs was geinteresseerd te vechten in Iraq dan enig ander land dat Mujehadeen strijders bijdroeg. Felter en Fishman wijzen er op dat: “Bijna  19 procent van de strijders in de Sinjar Records kwamen van Libië Ook droeg Libië meer strijders per hoofd van de bevolking bij dan enige andere nationaliteit in de Sinjar Records, inclusief Saoudi Arabië” (zie ook de kaart van het West Point rapport, blz 9)3

 

West Point Study - page 9

Maar aangezien de Al-Qaeda personeelsdossiers de woon-of geboorteplaats van de betreffende buitenlandse strijders bevatten, kunnen we vaststellen dat de wens om te reizen naar Irak om Amerikanen te doden niet gelijkmatig verdeeld was over Libië, maar was zeer juist geconcentreerd in de gebieden rond Benghazi waar juist vandaag de epicentra zijn van de door de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en anderen zo graag gesteunde opstand tegen kolonel Kadhafi.

Daya Gamage van de Azië-Tribune merkt in een recent artikel over de West Point studie op, "... alarmerend voor de Westerse beleidsmakers, de meeste van de strijders kwamen uit Oost-Libië, het centrum van de huidige opstand tegen Muammar el-Khadafi. De oostelijke Libische stad Darnah heeft meer strijders naar Irak gestuurd dan enige andere stad of gemeente, volgens het verslag van West Point. Hij constateerde dat 52 militanten naar Irak kwamen uit Darnah, een stad van slechts 80.000 mensen (de tweede grootste bron van strijders was Riyad, Saoedi-Arabië, dat een bevolking van meer dan 4 miljoen heeft). Benghazi, de hoofdstad van voorlopige regering van Libië uitgeroepen door de anti-Khadafi rebellen, stuurde 21 strijders, opnieuw een onevenredig groot aantal van het geheel.”4 Het obscure Darnah versloeg het grootstedelijke Riyad met 52 strijders tegen 51. Kadhafi's bolwerk van Tripoli, daarentegen, blijkt nauwelijks in de statistieken voor te komen. (Zie grafiek uit West Point rapport, pagina 12)

Wat verklaart deze buitengewone concentratie van anti-Amerikaanse strijders in Benghazi en Darnah? Het antwoord lijkt verband te houden met extremistische scholen van de theologie en politiek die floreerden in deze gebieden. Zoals het West Point rapport opmerkt: “Zowel Darnah en Benghazi worden reeds lang in verband gebracht met de militante islam in Libië.” Deze gebieden zijn in de theologische en tribale conflict met de centrale regering van kolonel Kadhafi, naast het feit dat zij politieke tegenstanders van hem zijn. Of een dergelijke theologische conflict de dood waard is van nog meer Amerikaanse en Europese soldaten is een vraag die dringend moet worden beantwoord.

West Point Study - page 12

Felter en Fishman opmerking dat "de overgrote meerderheid van de Libische strijders die hun woonplaats opgaven in de Sinjar Records verbleven in het noordoosten van het land, met name de kuststeden van Darnah 60,2% (52) en Benghazi 23,9% (21). Zowel Darnah en Benghazi worden reeds lang in verband gebracht met de militante islam in Libië, in het bijzonder met een opstand van islamitische organisaties in het midden van de jaren 1990. De Libische regering legt de schuld van de opstand bij 'infiltranten uit de Soedan en Egypte' en een groep -de Libische strijdgroep (JAMA-ah al-libiyah al-muqatilah)- Afghaanse veteranen in haar gelederden zou hebben. De Libische opstanden werd buitengewoon gewelddadig.”5

Northeastern Libya: Highest Density of Suicide Bombers

Another remarkable feature of the Libyan contribution to the war against US forces inside Iraq is the marked propensity of the northeastern Libyans to choose the role of suicide bomber as their preferred method of struggle. As the West Point study states, “Of the 112 Libyans in the Records, 54.4% (61) listed their ‘work.’ Fully 85.2% (51) of these Libyan fighters listed “suicide bomber” as their work in Iraq.”6 This means that the northeastern Libyans were far more apt to choose the role of suicide bomber than those from any other country: “Libyan fighters were much more likely than other nationalities to be listed as suicide bombers (85% for Libyans, 56% for all others).”7

The anti-Qaddafi Libyan Islamic Fighting Group (LIFG) Merges with al Qaeda, 2007

The specific institutional basis for the recruitment of guerrilla fighters in northeastern Libya is associated with an organization which previously called itself the Libyan Islamic Fighting Group (LIFG). During the course of 2007, the LIFG declared itself an official subsidiary of al Qaeda, later assuming the name of Al Qaeda in the Islamic Maghreb (AQIM). As a result of this 2007 merger, an increased number of guerrilla fighters arrived in Iraq from Libya. According to Felter and Fishman, “The apparent surge in Libyan recruits traveling to Iraq may be linked the Libyan Islamic Fighting Group’s (LIFG) increasingly cooperative relationship with al-Qaeda, which culminated in the LIFG officially joining al-Qaeda on November 3, 2007.”8 This merger is confirmed by other sources: A 2008 statement attributed to Ayman al-Zawahiri claimed that the Libyan Islamic Fighting Group has joined al-Qaeda.9

Terrorist “Emir” Touts Key Role of Benghazi, Darnah in al Qaeda

The West Point study makes clear that the main bulwarks of the LIFG and of the later AQIM were the twin cities of Benghazi and Darnah. This is documented in a statement by Abu Layth al-Libi, the self-styled “Emir” of the LIFG, who later became a top official of al Qaeda. At the time of the 2007 merger, “Abu Layth al-Libi, LIFG’s Emir, reinforced Benghazi and Darnah’s importance to Libyan jihadis in his announcement that LIFG had joined al-Qa’ida, saying: ‘It is with the grace of God that we were hoisting the banner of jihad against this apostate regime under the leadership of the Libyan Islamic Fighting Group, which sacrificed the elite of its sons and commanders in combating this regime whose blood was spilled on the mountains of Darnah, the streets of Benghazi, the outskirts of Tripoli, the desert of Sabha, and the sands of the beach.’”10

This 2007 merger meant that the Libyan recruits for Al Qaeda became an increasingly important part of the activity of this organization as a whole, shifting the center of gravity to some degree away from the Saudis and Egyptians who had previously been most conspicuous. As Felter and Fishman comment, “Libyan factions (primarily the Libyan Islamic Fighting Group) are increasingly important in al-Qa’ida. The Sinjar Records offer some evidence that Libyans began surging into Iraq in larger numbers beginning in May 2007. Most of the Libyan recruits came from cities in northeast Libya, an area long known for jihadi-linked militancy.”11

The December 2007 West Point study concludes by formulating some policy options for the United States government. One approach, the authors suggest, would be for the United States to cooperate with existing Arab governments against the terrorists. As Felter and Fishman write, “The Syrian and Libyan governments share the United States’ concerns about violent salafi-jihadi ideology and the violence perpetrated by its adherents. These governments, like others in the Middle East, fear violence inside their borders and would much rather radical elements go to Iraq rather than cause unrest at home. U.S. and Coalition efforts to stem the flow of fighters into Iraq will be enhanced if they address the entire logistical chain that supports the movement of these individuals—beginning in their home countries — rather than just their Syrian entry points. The U.S. may be able to increase cooperation from governments to stem the flow of fighters into Iraq by addressing their concerns about domestic jihadi violence.”12 Given the course of subsequent events, we are on firm ground in concluding that this option was not the one selected, neither in the closing years of the Bush administration nor during the first half of the Obama administration.

The West Point study also offers another, more sinister perspective. Felter and Fishman hint that it might be possible to use the former LIFG components of Al Qaeda against the government of Colonel Qaddafi in Libya, in essence creating a de facto alliance between the United States and a segment of the terrorist organization. The West Point report notes: “The Libyan Islamic Fighting Group’s unification with al-Qa’ida and its apparent decision to prioritize providing logistical support to the Islamic State of Iraq is likely controversial within the organization. It is likely that some LIFG factions still want to prioritize the fight against the Libyan regime, rather than the fight in Iraq. It may be possible to exacerbate schisms within LIFG, and between LIFG’s leaders and al-Qa’ida’s traditional Egyptian and Saudi power-base.”13 This suggests the US policy we see today, that of allying with the obscurantist and reactionary al Qaeda fanatics in Libya against the Nasserist modernizer Qaddafi.

Arming the Rebels: The Experience of Afghanistan

Looking back at the tragic experience of US efforts to incite the population of Afghanistan against the Soviet occupation in the years after 1979, it should be clear that the policy of the Reagan White House to arm the Afghan mujahedin with Stinger missiles and other modern weapons turned out to be highly destructive for the United States. As current Defense Secretary Robert Gates comes close to admitting in his memoirs, Al Qaeda was created during those years by the United States as a form of Arab Legion against the Soviet presence, with long-term results which have been highly lamented.

Today, it is clear that the United States is providing modern weapons for the Libyan rebels through Saudi Arabia and across the Egyptian border with the active assistance of the Egyptian army and of the newly installed pro-US Egyptian military junta.14 This is a direct violation of UN Security Council resolution 1973, which calls for a complete arms embargo on Libya. The assumption is that these weapons will be used against Gaddafi in the coming weeks. But, given the violently anti-American nature of the population of northeast Libya that is now being armed, there is no certainty that these weapons will not be soon turned against those who have provided them.

A broader problem is represented by the conduct of the future Libyan government dominated by the current rebel council with its large current majority of northeastern Islamists, or of a similar government of a future Cyrenaica rump state. To the extent that such regimes will have access to oil revenues, obvious problems of international security are posed. Gamage wonders: “If the rebellion succeeds in toppling the Qaddafi regime it will have direct access to the tens of billions of dollars that Qaddafi is believed to have squirreled away in overseas accounts during his four-decade rule.”15 Given the northeast Libyan mentality, we can imagine what such revenues might be used for.

What is al Qaeda and Why the CIA Has Used It

Al Qaeda is not a centralized organization, but rather a gaggle or congeries of fanatics, dupes, psychotics, misfits, double agents, provocateurs, mercenaries, and other elements. As noted, Al Qaeda was founded by the United States and the British during the struggle against the Soviets in Afghanistan. Many of its leaders, such as the reputed second-in-command Ayman Zawahiri and the current rising star Anwar Awlaki, are evidently double agents of MI-6 and/or the CIA. The basic belief structure of Al Qaeda is that all existing Arab and Moslem governments are illegitimate and should be destroyed, because they do not represent the caliphate which Al Qaeda asserts is described by the Koran. This means that the Al Qaeda ideology offers a ready and easy way for the Anglo-American secret intelligence agencies to attack and destabilize existing Arab and Muslim governments as part of the ceaseless need of imperialism and colonialism to loot and attack the developing nations. This is precisely what is happening in Libya today.

Al Qaeda emerged from the cultural and political milieu of the Moslem Brotherhood or Ikhwan, itself a creation of British intelligence in Egypt in the late 1920s. The US and the British used the Egyptian Muslim Brotherhood to oppose the successful anti-imperialist policies of Egyptian President Nasser, who scored immense victories for his country by nationalizing the Suez Canal and building the Aswan High Dam, without which modern Egypt would be simply unthinkable. The Muslim brotherhood provided an active and capable fifth column of foreign agents against Nasser, in the same way that the official website of Al Qaeda in the Islamic Maghreb is trumpeting its support for the rebellion against Colonel Qaddafi.

I have discussed the nature of Al Qaeda at some length in my recent book entitled 9/11 Synthetic Terrorism: Made in USA, and that analysis cannot be repeated here. It is enough to say that we do not need to believe in all the fantastic mythology which the United States government has spun around the name of Al Qaeda in order to recognize the basic fact that militants or patsies who spontaneously join al Qaeda are often sincerely motivated by a deep hatred of the United States and a burning desire to kill Americans, as well as Europeans. The Bush administration policy used the alleged presence of Al Qaeda as a pretext for direct military attacks on Afghanistan and Iraq. The Obama administration is now doing something different, intervening on the side of a rebellion in which Al Qaeda and its co-thinkers are heavily represented while attacking the secular authoritarian government of Colonel Gaddafi. Both of these policies are bankrupt and must be abandoned.

Rebel Leaders Jalil and Younis, Plus Most of Rebel Council are Members of the al Qaeda-linked Harabi Tribe

The result of the present inquiry is that the Libyan branch of Al Qaeda represents a continuum with the Libyan Islamic Fighting Group centered in Darnah and Benghazi. The ethnic base of the Libyan Islamic fighting group is apparently to be found in the anti-Qaddafi Harabi tribe, the tribe which makes up the vast majority of the rebel council including the two dominant rebel leaders, Abdul Fatah Younis and Mustafa Abdul Jalil. The evidence thus suggests that the Libyan Islamic Fighting Group, the elite of the Harabi tribe, and the rebel council supported by Obama all overlap for all practical purposes. As the late Foreign Minister of Guyana Fred Wills, a real fighter against imperialism and neo-colonialism, taught me many years ago, political formations in developing countries (and not just there) are often a mask for ethnic and religious rivalries; so it is in Libya. The rebellion against Qaddafi is a toxic brew compounded of fanatical hatred of Qaddafi, Islamism, tribalism, and localism. From this point of view, Obama has foolishly chosen to take sides in a tribal war.

When Hillary Clinton went to Paris to be introduced to the Libyan rebels by French President Sarkozy, she met the US-educated Libyan opposition leader Mahmoud Jibril, already known to readers of Wikileaks document dumps as a favorite of the US.16

While Jibril might be considered presentable in Paris, the real leaders of the Libyan insurrection would appear to be Jalil and Younis, both former ministers under Qaddafi. Jalil seems to be the primus inter pares, at least for the moment: “Mustafa Abdul Jalil or Abdul-Jalil (Arabic: مصطفى عبد الجليل, also transcribed Abdul-Jelil, Abd-al-Jalil, Abdel-Jalil or Abdeljalil; and frequently but erroneously as Abud Al Jeleil) (born 1952) is a Libyan politician. He was the Minister of Justice (unofficially, the Secretary of the General People’s Committee) under Colonel Muammar al-Gaddafi…. Abdul Jalil has been identified as the Chairman of the National Transitional Council based in Benghazi… although this position is contested by others in the uprising due to his past connections to Gaddafi’s regime.”17

As for Younis, he has been closely associated with Qaddafi since the 1968-9 seizure of power: “Abdul Fatah Younis (Arabic: عبد الفتاح يونس) is a senior military officer in Libya. He held the rank of General and the post of Minister of Interior, but resigned on 22 February 2011….”18

What should concern us most is that both Jalil and Younis come from the Haribi tribe, the dominant one in northeast Libya, and the one that overlaps with al Qaeda. According to Stratfor, the “…Harabi tribe is a historically powerful umbrella tribe in eastern Libya that saw their influence wane under Col. Gadhafi. The Libyan leader confiscated swaths of tribal members’ land and redistributed it to weaker and more loyal tribes…. Many of the leaders now emerging in eastern Libya hail from the Harabi tribe, including the head of the provisional government set up in Benghazi, Abdel Mustafa Jalil, and Abdel Fatah Younis, who assumed a key leadership role over the defected military ranks early in the uprising.”19 This is like a presidential ticket where both candidates are from the same state, except that Libya’s ferocious tribal rivalries make the problem infinitely worse.

The Rebel Council: Half the Names Are Kept Secret; Why?

This picture of a narrow, sectarian tribal and regional base does not improve when we look at the rebel council as a whole. According to one recent version, the rebel council is “chaired by the well-spoken former justice minister for Libya, Mustafa Abdul Jalil, [and] consists of 31 members, ostensibly representatives from across Libya, of whom many cannot be named for “security reasons”…. “The key players on the council, at least those who we know about, all hail from the north-eastern Harabi confederation of tribes. These tribes have strong affiliations with Benghazi that date back to before the 1969 revolution which brought Gaddafi to power.”20 Other accounts agree about the number of representatives: “The council has 31 members; the identities of several members has not been made public to protect their own safety.”21 Given what we know about the extraordinary density of LIFG and all Qaeda fanatics in northeast Libya, we are authorized to wonder as to whether so many members of the council are being kept secret in order to protect them from Qaddafi, or whether the goal is to prevent them from being recognized in the west as al Qaeda terrorists or sympathizers. The latter seems to be a more accurate summary of the real state of affairs.

Names released so far include: Mustafa Abduljaleel; Ashour Hamed Bourashed of Darna city; Othman Suleiman El-Megyrahi of the Batnan area; Al Butnan of the Egypt border and Tobruk; Ahmed Abduraba Al-Abaar of Benghazi city; Fathi Mohamed Baja of Benghazi city; Abdelhafed Abdelkader Ghoga of Benghazi city; Mr. Omar El-Hariri for Military Affairs; and Dr. Mahmoud Jibril, Ibrahim El-Werfali and Dr. Ali Aziz Al-Eisawi for foreign affairs.22

The State Department needs to interrogate these figures, starting perhaps with Ashour Hamed Bourashed, the delegate from the terrorist and suicide bomber stronghold of Darnah.

How Many al Qaeda Members, Veterans, or Sympathizers are on the Rebel Council?

Seeing as clearly as we can in the fog of war, it looks like slightly more than a dozen of the members of the rebel council have had their names officially published — in any case, not more than half of the reported 31 members. The US and European media have not taken the lead in identifying for us the names that are now known, and they above all have not called attention to the majority of the rebel council who are still lurking in the shadows of total secrecy. We must therefore demand to know how many LIFG and/or al Qaeda members, veterans, or sympathizers currently hold seats on the rebel council.

We are thus witnessing an attempt by the Harabi tribe to seize dominance over the 140 tribes of Libya. The Harabi are already practically hegemonic among the tribes of Cyrenaica. At the center of the Harabi Confederation is the Obeidat tribe, which is divided into 15 sub-tribes.23 All of this might be of purely academic ethnographic interest, were it not for the fact of the striking overlap between the Harabi tribe and the LIFG and al Qaeda.

The Senussi Movement of Libya — Monarchist Democracy?

The political-religious tradition of northeast Libya makes this area such fertile ground for the more extreme Muslim sects and also predisposes it to monarchism rather than to the more modern forms of government favored by Qaddafi. The relevant regional tradition is that of the Senussi or Sanussi order, an anti-western Moslem sect. In Libya the Senussi order is closely associated with monarchism, since King Idris I, the ruler installed by the British in 1951 who was overthrown by Gaddafi in 1969, was also the leader of the Senussi order. The Senussi directed the rebellion against Italian colonialism in the person of Marshal Rodolfo Graziani and his army in the 1930s. Today, the rebels use the monarchist flag, and may advocate the return to the throne of one of the two pretenders to the Idris line. They are far closer to monarchism than to democracy

King Idris, Revered by the Libyan Rebels of Today

Here is the Stratfor view of King Idris and the Senussi: “King Idris came from a line of rulers of the Sanussi order, a Sufi religious order founded in 1842 in Al Bayda, that practices a conservative and austere form of Islam. The Sanussiyah represented a political force in Cyrenaica that preceded the creation of the modern state of Libya, and whose reverberations continue to be felt to this day. It is no coincidence that this region is the home of Libyan jihadism, with groups like the Libyan Islamic Fighting Group (LIFG). The Gadhafi family has thus been calling the current uprising an elaborate Islamist plot….”24 Under the monarchy, Libya was by some estimates absolutely the poorest country in the world. Today, Libya ranks 53 on the UN Human Development Index and qualifies as the most developed country in Africa, ahead of Russia, Brazil, Ukraine, and Venezuela. Qaddafi’s stewardship has objective merits which cannot be seriously denied.

Glen Ford’s Black Agenda Report has correctly sought to show the racist and reactionary character of the Libyan insurrection. The tribes of southern Libya, known as the Fezzan, are dark skinned. The tribal underpinning of the Gaddafi regime has been an alliance of the tribes of the West, the center, and the southern Fezzan, against the Harabi and the Obeidat, who identify with the former monarchist ruling class. The Harabi and Obeidat are known to nurture a deep racist hatred against the Fezzan. This was expressed in frequent news reports from the pro-imperialist media at the beginning of the rebellion evidently inspired by Harabi accounts, according to which black people in Libya had to be treated as mercenaries working for Gaddafi — with the clear implication that they were to be exterminated. These racist inventions are still being repeated by quackademics like Dean Slaughter of the Woodrow Wilson School at Princeton. And in fact, large numbers of black Africans from Chad and other countries working in Libyan have been systematically lynched and massacred by the anti-Gaddafi forces. The Obama White House, for all its empty talk of not wanting to repeat the massacre in Rwanda, has conveniently ignored this shocking story of real genocide at the hands of its new racist friends in Cyrenaica.

Against the obscurantism of the Senussi, Qaddafi has advanced the Moslem equivalent of the priesthood of all believers, arguing that no caliphate is necessary in order to discover the meaning of the Koran. He has supplemented this with a pan African perspective. Gerald A. Perreira of the Black Agenda Report writes the following about the theological division between Gaddafi and the neo-Senussi of northeast Libya, as well as other obscuranitsts: “Al Qaeda is in the Sahara on his borders and the International Union of Muslim Scholars is calling for [Qaddafi] to be tried in a court…. [Qaddafi] has questioned the Islam of the Muslim Brotherhood and Al Qaeda from a Quranic/theological perspective and is one of the few political leaders equipped to do so…. Benghazi has always been at the heart of counter-revolution in Libya, fostering reactionary Islamic movements such as the Wahhabis and Salafists. It is these people who founded the Libyan Islamic Fighting Group based in Benghazi which allies itself with Al Qaeda and who have, over the years, been responsible for the assassination of leading members of the Libyan revolutionary committees.”25 And what would be for example the status of women under the neo-Senussi of the Benghazi rebel council?

Al Qaeda from Demon to US ally in Libya

For those who attempt to follow the ins and outs of the CIA’s management of its various patsy organizations inside the realm of presumed Islamic terrorism, it may be useful to trace the transformation of the LIFG-AQIM from deadly enemy to close ally. This phenomenon is closely linked to the general reversal of the ideological fronts of US imperialism that marks the divide between the Bush-Cheney-neocon administrations and the current Obama-Brzezinski-International Crisis Group regime. The Bush approach was to use the alleged presence of Al Qaeda as a reason for direct military attack. The Obama method is to use Al Qaeda to overthrow independent governments, and then either Balkanize and partition the countries in question, or else use them as kamikaze puppets against larger enemies like Russia, China, or Iran. This approach implies a more or less open fraternization with terrorist groups, which was signaled in a general way in Obamas famous Cairo speech of 2009. The links of the Obama campaign to the terrorist organizations deployed by the CIA against Russia were already a matter of public record three years ago.26

But such a reversal of field cannot be improvised overnight; it took several years of preparation. On July 10, 2009, The London Daily Telegraph reported that the Libyan Islamic Fighting Group had split with Al Qaeda. This was when the United States had decided to de-emphasize the Iraq war, and also to prepare to use the Sunni Moslem Brotherhood and its Sunni Al Qaeda offshoot for the destabilization of the leading Arab states preparatory to turning them against Shiite Iran. Paul Cruikshank wrote at that time in the New York Daily News about one top LIFG honcho who wanted to dial back the relation to al Qaeda and the infamous Osama Bin Laden; this was “Noman Benotman, a former leader of the Libyan Islamic Fighting Group. While mainstream Muslim leaders have long criticized Al Qaeda, these critics have the jihadist credentials to make their criticisms bite.”27 But by this time some LIFG bosses had moved up into al Qaeda: the London Daily Telegraph reported that senior Al Qaeda members Abu Yahya al-Libi and Abu Laith al-Libi were LIFG members. Around this time, Qaddafi released some LIFG fighters in an ill-advsided humanitarian gesture.

Northeast Libyan Jihadis Killing US, NATO Forces in Afghanistan Right Now

One of the fatal contradictions in the current State Department and CIA policy is that it aims at a cordial alliance with Al Qaeda killers in northeast Libya, at the very moment when the United States and NATO are mercilessly bombing the civilian northwest Pakistan in the name of a total war against Al Qaeda, and US and NATO forces are being killed by Al Qaeda guerrillas in that same Afghanistan-Pakistan theater of war. The force of this glaring contradiction causes the entire edifice of US war propaganda to collapse. The US has long since lost any basis in morality for military force.

In fact, terrorist fighters from northeast Libya may be killing US and NATO troops in Afghanistan right now, even as the US and NATO protect their home base from the Qaddafi government. According to this account, a top Al Qaeda commander in northwest Pakistan was killed by US action as recently as October 2010: “A senior al Qaeda leader who serves as al Qaeda’s ambassador to Iran, and is wanted by the US, is reported to have been killed in a Predator air strike in Pakistan’s Taliban-controlled tribal agency of North Waziristan two days ago…. [This was] Atiyah Abd al Rahman, a Libyan national who has been based in Iran and served as Osama bin Laden’s ambassador to the mullahs. Unconfirmed press reports indicate that Rahman was killed in an airstrike….”28 The US State Department’s Rewards for Justice page for Atiyah Abd al Rahman notes that he was al Qaeda’s “emissary in Iran as appointed by Osama bin Ladin.” Atiyah “recruited and facilitated talks with other Islamic groups to operate under” al Qaeda and was “also a member of the Libyan Islamic Fighting Group and Ansar al Sunna.”29 Rahman was ranked high enough in al Qaeda to be able to give orders to Abu Musab al-Zarqawi, the head of al Qeada in Iraq, in 2005.

Also killed in Pakistan was another apparent northeast Libyan going by the name of Khalid al Harabi, whose choice of a nom de guerre may well link him to the jihadi farm among the Harabi tribe in Cyrenaica. According to one account, “Khalid al Harabi is an alias for Khalid Habib, al Qaeda’s former military commander who was killed in a US Predator strike in October 2008.”30

The Scenario Uncovered by the 1995 Shayler Affair is Operative Today

In 1995, David Shayler, an official of the British counterintelligence organization MI-5, became aware that his counterpart at the British foreign espionage organization MI-6 had paid the sum of £100,000 to an Al Qaeda affiliate in exchange for the attempt to assassinate Qaddafi. The assassination attempt did occur, and killed several innocent bystanders, but failed to eliminate the Libyan ruler. As Shayler understood the MI-6 scenario, it included the liquidation of Gaddafi, followed by the descent of Libya into chaos and tribal warfare, with a possible option for a direct seizure of power by al Qaeda itself. This situation would then provide a pretext for Britain, probably but not necessarily acting together with the United States or other countries, to invade Libya and seize control of the oil fields, probably establishing a permanent protectorate over the oil regions, the pipelines, and the coast.31 This remains the goal today.

Timed to coincide with the attempt to assassinate Qaddafi, MI-6 and other Western secret intelligence agencies fomented a considerable insurrection in northeast Libya, almost precisely in the same areas which are in rebellion today. Its insurrection was successfully crushed by Qaddafi’s forces by the end of 1996. The events of 2011 are simply a reprise of the imperialist attack on Libya 15 years ago, with the addition of outside intervention..

The War Against the Nation State

Today’s attack on Libya comes in the context of a broad attack on the institution of the sovereign nation state itself, as it has existed since the Treaty of Westphalia in 1648. The United States and the British are deeply concerned by the large number of nations which are seeking to escape from Anglo-American hegemony by actively pursuing large-scale cooperation with Russia on security, with China on economic questions, and with Iran for geopolitical considerations. The CIA/MI-6 response has been a wild orgy of destabilizations, people power coups, color revolutions, and palace putsches, signaled by the document dumps by the CIA limited hangout operation known as Wikileaks, which has targeted names of the CIA hit mist from Ben Ali to Qaddafi. The Obama strategy would have preferred an exclusive reliance and the illusion that the Arab Spring was really a matter of youthful visionary idealists gathering in the public square to praise democracy, the rule of law, and human rights. This was never the reality: the actual decisions were being made by brutal cliques of generals and top officials bribed or blackmailed by the CIA who were moving behind the scenes to oust such figures as Ben Ali or Mubarak. Whatever else Qaddafi has done, he has undoubtedly forced the CIA and NATO to drop the pleasant mask of youthful idealism and human rights, revealing a hideous visage of Predator drones, terror bombing, widespread slaughter, and colonialist arrogance underneath. Qaddafi has also ripped the mask of “Yes We Can” off Obama, revealing a cynical warmonger intent on the continuation of Bush’s infamous “Dead or Alive” and “Bring it on” policies, although by other means.

A Distant Mirror for Imperialists in Libya: Lucan’s Pharsalia

Modern imperialists eager to rush into Libya should ponder Lucan’s Pharsalia, which treats of warfare in the Libyan desert during the contest between Julius Caesar and Pompey the Great at the end of the Roman Republic. A critical passage in this Latin epic is the speech by Cato of Utica, a follower of Pompey, who urges his soldiers to undertake a suicide mission into Libya, saying: “Serpents, thirst, heat, and sand … Libya alone can present a multitude of woes that it would beseem men to fly from.” Cato goes forward, and finds “a little tomb to enclose [his] hallowed name, Libya secured the death of Cato….”32

Let us not imitate this folly.

Investigative leads from the West Point Study: An Appeal to Scholars

The West Point study, as noted, was conducted on the basis of almost 700 Al Qaeda personnel files captured by coalition forces in Iraq.33 The authors of the study have promised to keep available online the documentary basis of this investigation, both in the form of the raw Arabic language al Qaeda personnel files34, and also of the same file cards in English translation.35 Assuming that this material remains available, it might be possible for researchers and reporters, and especially those with capabilities in Arabic not possessed by the present writer, to investigate the Libyan fighters who went into Iraq with a view to determining whether any of them are family members, neighbors, or even political associates of the known members of the Benghazi rebel council or of other anti-Qaddafi forces. Such a procedure could contribute to allowing the European and American public as well as others around the world to better understand the nature of the military adventure currently unfolding in Libya by gaining a more specific knowledge of who the Libyan rebels actually are, as distinct from the hollow panegyrics purveyed by the controlled Western media.


References:

1 Joseph Felter and Brian Fishman, “Al Qa’ida’s Foreign Fighter in Iraq: A First Look at the Sinjar Records,” (West Point, NY: Harmony Project, Combating Terrorism Center, Department of Social Sciences, US Military Academy, December 2007). Cited as West Point Study.
2 Joseph Felter and Brian Fishman, “Al Qa’ida’s Foreign Fighter in Iraq: A First Look at the Sinjar Records,” (West Point, NY: Harmony Project, Combating Terrorism Center, Department of Social Sciences, US Military Academy, December 2007). Cited as West Point Study.
3 West Point Study, pp. 8-9.
4 Daya Gamage, “Libyan rebellion has radical Islamist fervor: Benghazi link to Islamic militancy, U.S. Military Document Reveals,” Asian Tribune, March 17, 2011, at http://www.asiantribune.com/news/2011/03/17/libyan-rebellion-has-radical-islamist-fervor-benghazi-link-islamic-militancyus-milit
5 West Point Study, p. 12.
6 West Point Study, p. 19.
7 West Point Study, p. 27.
8 West Point Study, p. 9.
9 http://english.aljazeera.net/news/africa/2008/04/200861502740131239.html; http://www.adnkronos.com/AKI/English/Security/?id=1.0.2055009989;
10 West Point Study, p. 12.
11 West Point Study, p. 27.
12 West Point Study, p. 29.
13 West Point Study, p. 28.
14 See “Egypt Said to Arm Libya Rebels, Wall Street Journal, March 17, 2011, at http://online.wsj.com/article/SB10001424052748704360404576206992835270906.html; see also Robert Fisk, “America’s secret plan to arm Libya’s rebels,” Independent, Mach 7, 2011, at http://www.independent.co.uk/news/world/middle-east/americas-secret-plan-to-arm-libyas-rebels-2234227.html
15 Gamage.
16 http://www.bbc.co.uk/news/world-africa-12741414
17 http://en.wikipedia.org/wiki/Mustafa_Abdul_Jalil
18 http://en.wikipedia.org/wiki/Mustafa_Abdul_Jalil
19 Stratfor, “Libya’s Tribal Dyanmics, February 25, 2011, available at http://redstomp.org/forums/showthread.php?1109-Libya-s-Tribal-Dyanmics
20 Venetia Rainey, “Who are the rebels we are fighting to protect,” The First Post, http://www.thefirstpost.co.uk/76660,news-comment,news-politics,who-are-the-rebels-we-are-fighting-to-protect#ixzz1HMRIrUP9
21 http://en.wikipedia.org/wiki/National_Transitional_Council
22 Statement by “Transition National Council,” Benghazi, March 5, 2011 at http://www.libyanmission-un.org/tnc.pdf; http://en.wikipedia.org/wiki/National_Transitional_Council
23 Massimo Introvigne, “L’occidente alla guerra delle tribù,” La Bussola quotidiana, March 22, 2011, at http://www.cesnur.org/2011/mi-rivolte-05.html
24 Stratfor, “Libya’s Tribal Dyanmics, February 25, 2011, available at http://redstomp.org/forums/showthread.php?1109-Libya-s-Tribal-Dyanmics
25 Gerald A. Perreira, “Libya, Getting it Right: A Revolutionary Pan-African Perspective,” Black Agenda Report, March 2, 2011, at http://blackagendareport.com/content/libya-getting-it-right-revolutionary-pan-african-perspective
26 Webster G. Tarpley, “Obama Campaign Linked To Chechen Terrorism: Grant Of Taxpayer-Funded U.S. Asylum For Chechen Terror Envoy Gave Obama Foreign Policy Guru Zbigniew Brzezinski ‘One Of The Happiest Days Of My Life,’” February 2, 2008, Obama the Postmodern Coup: The Making of a Manchurian Candidate (Joshua Treet CA: Progressive Press, April 2008), pp. 97-115, online at http://tarpley.net/2008/02/03/obama-campaign-linked-to-chechen-terrorism/
27 Paul Cruikshank, “How Muslim extremists are turning on Osama Bin Laden,” New York Daily News, June 8, 2008, at http://www.webcitation.org/query?url=http%3A%2F%2Fwww.nydailynews.com%2Fopinions%2F2008%2F06%2F08%2F2008-06-08_how_muslim_extremists_are_turning_on_osa.html&date=2009-08-05. Cruickshank is a fellow at the NYU Center on Law and Security and the co-author, with Peter Bergen, of the … cover story in the New Republic, “The Jihadist Revolt against Bin Laden.”
28 http://www.longwarjournal.org/archives/2010/10/al_qaeda_leader_link.php
29 http://www.longwarjournal.org/archives/2010/10/al_qaeda_leader_link.php#ixzz1HNoUTmn5
30 http://www.longwarjournal.org/archives/2010/10/al_qaeda_leader_link.php#ixzz1HNmzsjat
31 See Machon, Annie (2005). Spies, Lies & Whistleblowers. MI5, MI6 and the Shayler Affair. Lewes, East Sussex: The Book Guild Ltd. 185776952X; Hollingsworth, Mark; Nick Fielding (1999). Defending the Realm: MI5 and the Shayler Affair. Andre Deutsch Ltd. ISBN 0233996672; see also Guardian, April 10, 2000 http://www.guardian.co.uk/uk/2000/apr/10/davidshayler.richardnortontaylor
32 Lucan, Pharsalia, Book IX, trans Riley (London: Bell, 1903), p. 355.
33 http://www.ctc.usma.edu/harmony/pdf/CTCForeignFighter.19.Dec07.pdf
34 http://www.ctc.usma.edu/harmony/Foreign_Fighter_Bios-Orig.pdf
35 http://www.ctc.usma.edu/harmony/FF-Bios-Trans.pdf

---------

 

 

 

 

 5

Noordoostelijke Libië: hoogste dichtheid van zelfmoordterroristen

Een ander opvallend kenmerk van de Libische bijdrage aan de oorlog tegen de Amerikaanse troepen in Irak is de sterke neiging van de noordoostelijke Libiërs om de rol van zelfmoordterrorist als hun geprefereerde methode van strijd te kiezen. Als de West Point studie stelt: "Van de 112 Libiërs in de Records, 54,4% (61) vermeld hun 'werk'. Volledig 85,2% (51) van deze Libische strijders vermeld "zelfmoordterrorist" als hun werk in Irak ". 6 Dit betekent dat de noordoostelijke Libiërs waren veel meer geneigd om land te kiezen de rol van de zelfmoordterrorist dan die van alle andere:"Libische strijders waren veel vaker dan andere nationaliteiten te worden vermeld als zelfmoordterroristen (85% voor Libiërs, 56% voor alle anderen)." 7

De anti-Khadafi Libyan Islamic Fighting Group ("Libyan) fuseert met al-Qaeda, 2007

De specifieke institutionele basis voor de aanwerving van guerrillastrijders in het noordoosten van Libië wordt in verband gebracht met een organisatie die voorheen zelf de Libyan Islamic Fighting Group ("Libyan). In de loop van 2007, de "Libyan verklaarde zich een officiële dochteronderneming van al-Qaeda, die later de veronderstelling dat de naam van Al-Qaeda in de Islamitische Maghreb (AQIM). Als gevolg van deze 2007 fusie, een toename van het aantal guerrillastrijders aangekomen in Irak uit Libië. Volgens Felter en Fishman, "De schijnbare toename in de Libische rekruten reizen naar Irak kunnen worden gekoppeld van de Libyan Islamic Fighting Group (" Libyan) steeds coöperatieve relatie met al-Qaeda, die culmineerde in de "Libyan officieel toetreden al-Qaeda op 3 november 2007 . " 8 Deze fusie wordt bevestigd door andere bronnen: A 2008 statement toegeschreven aan Ayman al-Zawahiri stelde dat de Libyan Islamic Fighting Group heeft zich aangesloten bij Al-Qaeda.9

Terrorist "Emir" Touts belangrijke rol van Benghazi, Darnah in al-Qaeda

De West Point onderzoek maakt duidelijk dat de belangrijkste bolwerken van de "Libyan en van de latere AQIM waren de zustersteden van Benghazi en Darnah. Dit is gedocumenteerd in een verklaring van Abu Layth al-Libi, de zelfbenoemde "Emir" van de "Libyan, die later werd een topambtenaar van al-Qaeda. Op het moment van de 2007 fusie, "Abu Layth al-Libi," Libyan's Emir, versterkt Benghazi en Darnah het belang aan Libische jihadisten in zijn aankondiging dat "Libyan was toegetreden Al-Qaeda, zeggende: 'Het is met de genade van God dat waren we hijsen van de banier van de jihad tegen deze afvallige regime onder leiding van de Libyan Islamic Fighting Group, die de elite van zijn zonen en commandanten opgeofferd in de strijd tegen dit regime wiens bloed werd vergoten op de bergen van Darnah, de straten van Benghazi, de rand van Tripoli, de woestijn van Sabha, en het zand van het strand. '" 10

Deze 2007 fusie betekende dat de Libische rekruten voor Al-Qaeda werd een steeds belangrijker onderdeel van de activiteit van deze organisatie als geheel, het verschuiven van het zwaartepunt tot op zekere hoogte afstand van de Saudi's en Egyptenaren die in het verleden waren de meeste opvallende. Zoals Felter en Fishman commentaar, "Libische facties (vooral de Libyan Islamic Fighting Group) worden steeds belangrijker in Al-Qaeda. De Sinjar Records enig bewijs dat de Libiërs begon deinende in Irak in grotere aantallen beginnen in mei 2007. Het merendeel van de Libische rekruten kwamen uit steden in het noordoosten van Libië, een gebied dat bekend staat om jihadi-linked strijdlust. " 11

De in december 2007 West Point studie concludeert door het formuleren van enkele beleidsopties voor de Verenigde Staten de overheid. Een benadering, de auteurs suggereren, zou voor de Verenigde Staten samen te werken met bestaande Arabische regeringen tegen de terroristen. Zoals Felter en Fishman schrijven, "De Syrische en Libische regering het aandeel van de Verenigde Staten zorgen over gewelddadige salafi-jihadi ideologie en het geweld gepleegd door zijn aanhangers.Deze regeringen, net als anderen in het Midden-Oosten, angst geweld binnen hun grenzen en zou veel liever radicale elementen naar Irak gaan in plaats van oorzaak onrust thuis. VS en coalitie inspanningen om de stroom van strijders naar Irak stam zal worden versterkt als ze betrekking hebben op de gehele logistieke keten die de beweging van deze personen-begin in hun eigen land ondersteunt - in plaats van alleen hun Syrische punt van binnenkomst. De VS in staat zijn om regeringen te verhogen medewerking van naar Irak stam de stroom van strijders in de door het aanpakken van hun bezorgdheid over huiselijk jihadistische geweld. " 12 Gezien de loop van de daaropvolgende gebeurtenissen, zijn we op vaste grond te concluderen dat deze optie niet degene was geselecteerd, noch in de laatste jaren van de regering-Bush, noch tijdens de eerste helft van de Obama-administratie.

De West Point studie biedt ook een andere, meer sinistere perspectief. Felter en Fishman hint dat het misschien mogelijk zijn om de voormalige "Libyan componenten van Al-Qaeda te gebruiken tegen de regering van kolonel Khadafi in Libië, in wezen het creëren van een de facto alliantie tussen de Verenigde Staten en een segment van de terroristische organisatie. De West Point rapport merkt op:"De Libyan Islamic Fighting Group eenwording met al-Qaeda en zijn schijnbare beslissing om prioriteit te verlenen logistieke steun aan de Islamitische Staat van Irak is waarschijnlijk controversieel binnen de organisatie. Het is waarschijnlijk dat sommige "Libyan facties willen nog steeds de strijd tegen de prioriteit het Libische regime, in plaats van de strijd in Irak. Het kan mogelijk zijn om "Libyan verergeren schisma's binnen, en tussen" Libyan leiders en traditionele Egyptische en Saoedische Al-Qaeda de macht-base. " 13 Dit duidt op het beleid van de VS zien we vandaag de dag, die van bondgenootschap met de obscurantistische en reactionaire al-Qaeda fanatici in Libië tegen de Nasserist modernizer Khadafi.

Het bewapenen van de rebellen: de ervaring van Afghanistan

Terugkijkend op de tragische ervaring van de Amerikaanse inspanningen om de bevolking van Afghanistan tegen de Sovjet-bezetting in de jaren na 1979 aanzetten, het moet duidelijk zijn dat het beleid van de Reagan het Witte Huis om de Afghaanse mujahedin met Stinger raketten en andere moderne wapens arm gedraaid te zijn zeer destructief is voor de Verenigde Staten.Als de huidige minister van Defensie Robert Gates komt dicht bij de toelating in zijn memoires, Al Qaeda werd gemaakt tijdens die jaren door de Verenigde Staten als een vorm van Arabische Legioen tegen de Sovjet-aanwezigheid, met lange-termijn resultaten die zijn zeer betreurd.

Vandaag is het duidelijk dat de Verenigde Staten is rebellen die moderne wapens voor de Libische door Saudi-Arabië en over de Egyptische grens met de actieve steun van het Egyptische leger en van de nieuw geïnstalleerde pro-VS Egyptische militaire junta. 14 Dit is een direct schending van de VN-Veiligheidsraad resolutie 1973, waarin gepleit wordt voor een volledige wapenembargo tegen Libië. De veronderstelling is dat deze wapens gebruikt zullen worden tegen Gaddafi in de komende weken. Maar de gewelddadige anti-Amerikaanse karakter van de bevolking in het noordoosten van Libië, dat nu wordt gewapende gegeven, er is geen zekerheid dat deze wapens niet zullen binnenkort keerde zich tegen degenen die ze hebben geleverd.

Een breder probleem wordt vertegenwoordigd door het gedrag van de toekomstige Libische regering gedomineerd door de huidige rebellen Raad met haar grote huidige meerderheid van het noordoosten van islamisten, of van een soortgelijke regering van een toekomstige Cyrenaica romp staat.In de mate dat dergelijke regelingen zal de toegang tot olie-inkomsten hebben, zijn duidelijk problemen van de internationale veiligheid gesteld. Gamage wonderen: "de opstand er in slaagt de val Khadafi-regime zal hebben directe toegang tot de tientallen miljarden dollars die Kadhafi is geloofd te hebben squirreled weg in de overzeese rekeningen tijdens zijn vier-tien jaar regeren. Als" 15 Gezien het noordoosten Libische mentaliteit kunnen we ons voorstellen wat een dergelijke inkomsten zou kunnen worden gebruikt.

Wat is al-Qaeda en waarom de CIA heeft gebruikt

Al Qaeda is niet een gecentraliseerde organisatie, maar eerder een stel of opeenhopingen van fanatici, dupes, psychotici, Misfits, dubbele agenten, provocateurs, huurlingen en andere elementen. Zoals opgemerkt, was Al-Qaida opgericht door de Verenigde Staten en de Britten tijdens de strijd tegen de Sovjets in Afghanistan. Veel van haar leiders, zoals de gereputeerde tweede-in-command Ayman Zawahiri en de huidige rijzende ster Anwar Awlaki, zijn blijkbaar een dubbele agenten van MI-6 en / of de CIA. Het fundamentele geloof structuur van Al-Qaeda is dat alle bestaande Arabische en islamitische regeringen onwettig zijn en moeten worden vernietigd, omdat ze vertegenwoordigen niet het kalifaat dat Al Qaida beweert wordt beschreven door de Koran.Dit betekent dat de ideologie van Al Qaida een klaar en gemakkelijke manier voor de Anglo-Amerikaanse geheime inlichtingendiensten aan te vallen en te destabiliseren bestaande Arabische en islamitische regeringen als onderdeel van de onophoudelijke behoefte van het imperialisme en kolonialisme te plunderen en de aanval van de ontwikkelingslanden biedt. Dit is precies wat er gebeurt in Libië vandaag.

Al-Qaeda zijn voortgekomen uit de culturele en politieke milieu van de Moslim Broederschap of ichwaan, zelf een creatie van de Britse inlichtingendienst in Egypte in de late jaren 1920. De VS en de Britten gebruikt de Egyptische Moslim Broederschap aan de succesvolle anti-imperialistische beleid van de Egyptische president Nasser, die immense overwinningen scoorde voor zijn land genationaliseerd het Suezkanaal en de bouw van de Aswandam verzetten tegen zonder welke het moderne Egypte zou worden eenvoudigweg ondenkbaar . De Moslim Broederschap die een actief en staat vijfde kolom van buitenlandse agenten tegen Nasser, op dezelfde manier dat de officiële website van Al-Qaeda in de Islamitische Maghreb is zijn steun voor de opstand tegen kolonel Khadafi trompetteren.

Ik heb gesproken over de aard van Al-Qaeda op een lengte in mijn recente boek, getiteld 9 / 11 Synthetic Terrorisme: Made in USA, en kan aan deze analyse niet herhaald hier.Het is genoeg om te zeggen dat we niet hoeven te geloven in alle fantastische mythologie die de Amerikaanse overheid heeft gesponnen rond de naam van Al Qaeda in om de elementaire feit erkennen dat militanten of zondebokken die sluiten zich spontaan bij al-Qaeda vaak oprecht gemotiveerd door een diepe haat tegen de Verenigde Staten en een brandend verlangen om Amerikanen te doden, evenals de Europeanen. De regering-Bush beleid gebruikte de vermeende aanwezigheid van Al Qa'ida als een voorwendsel voor directe militaire aanvallen op Afghanistan en Irak. De regering-Obama nu doet iets anders, ingrijpen op de zijkant van een opstand, waarin Al-Qaeda en haar mede-denkers sterk vertegenwoordigd zijn, terwijl de aanval op de seculiere autoritaire regering van kolonel Kadhafi. Zowel van dit beleid zijn failliet en moet worden verlaten.

Rebellenleiders Jalil en Younis, plus de meeste van Rebel Raad zijn leden van de Al Qaeda-linked Harabi Stam

Het resultaat van het huidige onderzoek is dat de Libische tak van Al-Qaeda een continuüm met de Libyan Islamic Fighting Group gecentreerd in Darnah en Benghazi vertegenwoordigt.De etnische basis van de Libyan Islamic Fighting Group is blijkbaar te vinden in de anti-Khadafi Harabi stam, de stam die het overgrote deel van de rebellen Raad, waaronder de twee dominante rebellenleiders, Abdul Fatah Younis en Mustafa Abdul Jalil. Uit de gegevens blijkt dus dat de Libyan Islamic Fighting Group, de elite van de Harabi stam, en de rebellen Raad, ondersteund door Obama elke overlapping voor alle praktische doeleinden. Zoals de late minister van Buitenlandse Zaken van Guyana Fred Wills, een echte vechter tegen het imperialisme en neo-kolonialisme, leerde me vele jaren geleden, politieke formaties in de ontwikkelingslanden (en niet alleen daar) zijn vaak een masker voor etnische en religieuze rivaliteit, dus het is in Libië. De opstand tegen Kadhafi is een giftig brouwsel samengesteld uit fanatieke haat van Kadhafi, islamisme, tribalisme, en lokalisme. Vanuit dit oogpunt heeft Obama dom gekozen om partij te kiezen in een tribale oorlog.

Toen Hillary Clinton ging naar Parijs om kennis te maken de Libische rebellen door de Franse president Sarkozy, ontmoette ze in de VS opgeleide Libische oppositieleider Mahmoud Jibril, al bekend bij de lezers van Wikileaks document dumpt als favoriet van de VS. 16

Terwijl Jibril zou kunnen worden beschouwd als representatief in Parijs, zou de werkelijke leiders van de Libische opstand lijken te Jalil en Younis, zowel voormalige ministers onder Khadafi. Jalil lijkt de primus inter pares, althans voor het moment: "Mustafa Abdul Jalil of Abdul Jalil-(Arabisch: مصطفى عبد الجليل, ook getranscribeerd Abdul-Jelil, Abd-al-Jalil, Abdel-Jalil of Abdeljalil; en vaak maar ten onrechte als Abud Al Jeleil) (geboren 1952) is een Libisch politicus. Hij was de minister van Justitie (officieus, de secretaris van de Algemene People's Committee) onder leiding van kolonel Muammar al-Gaddafi .... Abdul Jalil is geïdentificeerd als de voorzitter van de nationale overgangsregering van de Raad is gevestigd in Benghazi ... hoewel dit standpunt wordt betwist door anderen in de opstand te wijten aan zijn verleden verbindingen met het regime van Kadhafi. " 17

Als voor Younis, is hij nauw verbonden met Khadafi sinds de machtsgreep van 1968-9: "Abdul Fatah Younis (Arabisch: عبد الفتاح يونس) is een hoge militaire officier in Libië.Hij bekleedde de rang van generaal en de post van minister van Binnenlandse Zaken, maar nam ontslag op 22 februari 2011 .... " 18

Wat moet betrekking hebben ons het meest is dat zowel Jalil en Younis komen uit de Haribi stam, de dominante in het noordoosten van Libië, en degene die overlapt met al-Qaeda. Volgens Stratfor, de "... Harabi stam is een historisch sterke paraplu stam in het oosten van Libië, dat zag hun invloed tanen onder kolonel Kadhafi. De Libische leider in beslag genomen swaths van stamleden 'land en herverdeeld aan zwakkere en meer loyale stammen .... Veel van de leiders die thans in Oost-Libië hagel uit de Harabi stam, met inbegrip van het hoofd van de voorlopige regering opgericht in Benghazi, Abdel Mustafa Jalil, en Abdel Fatah Younis, die ervan uitgaan een belangrijke leidende rol over de overgelopen militaire rangen in het begin van de opstand. " 19 Dit is als een presidentiële ticket waar beide kandidaten van dezelfde staat, behalve dat woeste stammen van Libië rivaliteit maakt het probleem nog veel slechter.

De Rebel Raad: De helft van de namen geheim gehouden worden, waarom?

Deze foto van een smalle, tribale en sektarische regionale basisareaal niet verbeteren wanneer we kijken naar de rebellen van de Raad als geheel. Volgens een recente versie, de rebel van de Raad is "voorgezeten door de welbespraakte voormalige minister van Justitie voor Libië, Mustafa Abdul Jalil, [en] bestaat uit 31 leden, zogenaamd vertegenwoordigers uit de hele Libië, van wie velen niet genoemd kunnen worden voor" veiligheid redenen ".... "De belangrijkste spelers op de gemeente, althans degenen die wij kennen, alle afkomstig uit het noord-oostelijke Harabi confederatie van stammen. stammen hebben sterke banden hebben met Benghazi die dateren van vóór de 1969 revolutie die gebracht Gaddafi macht. Deze " 20 Andere rekeningen eens over het aantal vertegenwoordigers: "De raad heeft 31 leden, de identiteit van een aantal leden is niet openbaar gemaakt bescherming van hun eigen veiligheid. " 21Gegeven wat we weten over de buitengewone dichtheid van "Libyan en alle Qaeda fanatici in het noordoosten van Libië, zijn wij toegelaten tot de vraag of dat zoveel leden van de raad worden geheim gehouden om hen te beschermen tegen Kadhafi, of dat het doel is om voorkomen dat ze worden opgenomen in het westen als al-Qaeda-terroristen of sympathisanten. De laatste lijkt een meer accurate samenvatting van de werkelijke stand van zaken.

Namen vrijgegeven voor zover zijn: Mustafa Abduljaleel; Ashour Hamed Bourashed van Darna stad; Othman Suleiman El-Megyrahi van de Batnan gebied; Al Butnan van de grens tussen Egypte en Tobruk; Ahmed Abduraba Al-Abaar van Benghazi stad; Fathi Mohamed Baja van Benghazi stad ; Abdelhafed Abdelkader Ghoga van Benghazi stad, de heer Omar El-Hariri voor Militaire Zaken; en dr. Mahmoud Jibril, Ibrahim El-Werfali en Dr Ali Aziz Al-Eisawi voor buitenlandse zaken. 22

Het State Department moet ondervragen deze cijfers, te beginnen misschien met Ashour Hamed Bourashed, de afgevaardigde van de terroristische en zelfmoordenaar bolwerk van Darnah.

Hoeveel leden al-Qaeda, Veteranen, of sympathisanten op de Rebel Raad?

Zien zo duidelijk als we kunnen in de mist van de oorlog, het lijkt erop dat iets meer dan een dozijn van de leden van de rebellen van de Raad hebben hun namen officieel gepubliceerd - in elk geval niet meer dan de helft van de gemelde 31 leden. De VS en Europese media hebben niet het voortouw genomen bij het identificeren van voor ons de namen die nu bekend zijn, en ze vooral niet hebben aandacht gevraagd voor de meerderheid van de rebellen van de Raad die nog steeds op de loer in de schaduwen van de totale geheimhouding. We moeten daarom de vraag om te weten hoeveel "Libyan en / of al-Qaeda-leden, veteranen, of sympathisanten momenteel zitplaatsen op de rebellen van de Raad vast te houden.

We zijn dus getuige van een poging van de Harabi stam dominantie te grijpen op de 140 stammen van Libië. De Harabi zijn al praktisch hegemonie tussen de stammen van Cyrenaica. In het centrum van de Harabi Confederatie is de Obeidat stam, die is onderverdeeld in 15 sub-stammen. 23 Dit alles zou kunnen worden van louter academische etnografisch belang, ware het niet voor het feit van de opvallende overlap tussen de Harabi stam en de "Libyan en al-Qaeda.

De Senussi Beweging van Libië - Monarchist Democratie?

De politiek-religieuze traditie in het noordoosten van Libië maakt dit gebied een dergelijke vruchtbare voedingsbodem voor de meer extreme islamitische sekten en ook predisponeert aan monarchisme in plaats van de meer moderne vormen van de overheid begunstigd door Kadhafi. De relevante regionale traditie is die van de Senussi of Sanussi orde, een anti-westerse moslim sekte. In Libië de Senussi bestelling is nauw verbonden met monarchisme, sinds koning Idris I, de heerser geïnstalleerd door de Britten in 1951, die werd door Gaddafi omvergeworpen in 1969, was ook de leider van de Senussi orde. De Senussi regisseerde de opstand tegen Italiaanse kolonialisme in de persoon van maarschalk Rodolfo Graziani en zijn leger in de jaren 1930. Vandaag, de rebellen gebruik maken van de monarchistische vlag, en kan de terugkeer naar de troon van een van de twee pretendenten voor de Idris lijn bepleiten. Ze zijn veel dichter bij monarchisme dan naar de democratie

Koning Idris, vereerd door de Libische rebellen van vandaag

Hier is de Stratfor oog van koning Idris en de Senussi: "Koning Idris kwam uit een lijn van heersers van de Sanussi orde, een soefi-religieuze orde, opgericht in 1842 in Al Bayda, dat een conservatieve en strenge vorm van de islam praktijken.De Sanussiyah vertegenwoordigd een politieke kracht in Cyrenaica die voorafging aan de oprichting van de moderne staat van Libië, en waarvan de nagalm nog steeds voelbaar tot op deze dag. Het is geen toeval dat deze regio is de thuisbasis van de Libische jihadisme, met groepen zoals de Libyan Islamic Fighting Group ("Libyan). De Gadhafi familie is dus het oproepen van de huidige opstand een uitgebreide islamitische complot .... " 24 Onder de monarchie, Libië werd door sommige schattingen absoluut het armste land in de wereld. Vandaag, Libië rangen 53 op de UN Human Development Index en in aanmerking komt als de meest ontwikkelde land in Afrika, met een voorsprong van Rusland, Brazilië, Oekraïne en Venezuela. Kadhafi's rentmeesterschap over objectieve verdiensten die niet serieus kunnen worden geweigerd.

Glen Ford's Black Agenda Verslag correct heeft gezocht tot de opstand toon de racistische en reactionaire karakter van de Libische. De stammen in het zuiden van Libië, bekend als de Fezzan, zijn donkere huid. De tribale onderbouwing van de Kadhafi-regime is een alliantie van de stammen van het Westen, het centrum, en de zuidelijke Fezzan, tegen de Harabi en de Obeidat, die zich identificeren met de voormalige monarchistische heersende klasse.De Harabi en Obeidat is bekend dat ze een diepe haat tegen de racistische Fezzan koesteren. Dit uitte zich in frequent nieuwsberichten uit de pro-imperialistische media aan het begin van de opstand kennelijk geïnspireerd door Harabi rekeningen, volgens welke zwarte mensen in Libië moest worden behandeld als huurlingen die werken voor Gaddafi - met de duidelijke implicatie dat zij zouden worden uitgeroeid. Deze racistische uitvindingen worden nog steeds herhaald door quackademics zoals Dean Slaughter van het Woodrow Wilson School in Princeton. En in feite, hebben grote aantallen zwarte Afrikanen uit Tsjaad en andere landen in de Libische systematisch gelyncht en afgeslacht door de anti-Gaddafi krachten. De Obama het Witte Huis, heeft voor al haar praatjes van niet willen om de massamoord in Rwanda te herhalen, gunstig genegeerd dit schokkende verhaal van echte genocide in de handen van haar nieuwe racistische vrienden in Cyrenaica.

Tegen het obscurantisme van de Senussi, heeft Kadhafi geavanceerde moslim equivalent van het priesterschap van alle gelovigen, met het argument dat er geen kalifaat nodig is om de betekenis van de Koran te ontdekken. Hij heeft en aangevuld met een pan-Afrikaans perspectief. Gerald A. Perreira van de Zwarte Agenda Verslagschrijft het volgende over de theologische verdeeldheid tussen Gaddafi en de neo-Senussi in het noordoosten van Libië, evenals andere obscuranitsts: "Al Qaeda is in de Sahara op zijn grenzen en de Internationale Unie van Moslimgeleerden vraagt ​​voor [Khadafi] te worden berecht in een rechtbank .... [Khadafi] heeft vraagtekens bij de islam van de Moslimbroederschap en Al-Qaeda van een koranische / theologisch perspectief en is een van de weinige politieke leiders toegerust om dat te doen .... Benghazi is altijd in het hart van de contra-revolutie in Libië, het bevorderen van reactionaire islamitische bewegingen zoals de Wahhabieten en salafisten. Het is deze mensen die oprichter van de Libyan Islamic Fighting Group gevestigd in Benghazi waar bondgenoten zelf met Al Qaeda en die hebben in de loop der jaren verantwoordelijk geweest voor de moord op vooraanstaande leden van de Libische revolutionaire comites. " 25 En wat zou bijvoorbeeld de status van vrouwen onder de neo-Senussi van het Benghazi rebel Raad?

Al-Qaeda van Demon naar bondgenoot van de VS in Libië

Voor degenen die proberen om de ins en outs van het beheer door de CIA van de verschillende organisaties binnen Patsy het rijk van de vermoedelijke islamitisch terrorisme te volgen, kan het nuttig zijn om de transformatie van de "Libyan-AQIM van dodelijke vijand te traceren tot bondgenoot te sluiten. Dit verschijnsel is nauw verbonden met de algemene omkering van de ideologische fronten van het Amerikaanse imperialisme dat de kloof tussen de Bush-Cheney-neocon overheden en de huidige Obama-Brzezinski-International Crisis Group regime merken. De Bush-aanpak was Qaeda gebruik maken van de vermeende aanwezigheid van Al als een reden voor directe militaire aanval. De Obama-methode is het gebruik van Al Qaeda om regeringen omver te werpen onafhankelijk, en vervolgens balkaniseren en landen partitie van de in kwestie, of anders te gebruiken als kamikaze poppen tegen grotere vijanden zoals Rusland, China of Iran. Deze aanpak impliceert een meer of minder open verbroedering met terroristische groepen, die werd gesignaleerd in een algemene manier Obamas beroemde toespraak in Caïro van 2009. De links van de Obama-campagne om de terroristische organisaties ingezet door de CIA tegen Rusland waren al een kwestie van openbare record drie jaar geleden. 26

Maar een dergelijke omkering van het veld kan niet worden geïmproviseerd 's nachts;Het duurde enkele jaren van voorbereiding. Op 10 juli 2009, The London Daily Telegraph meldde dat de Libyan Islamic Fighting Group had gesplitst met Al Qaeda. Dit was toen de Verenigde Staten had besloten om de nadruk te leggen op de oorlog in Irak, en ook voor te bereiden op de soennitische moslim broederschap en haar soennitische Al-Qaeda uitloper te gebruiken voor de destabilisatie van de toonaangevende Arabische staten ter voorbereiding draaien ze tegen de sjiitische Iran. Paul Cruikshank schreef op dat moment in de New York Daily News over een top "Libyan honcho die wilden bellen weer de relatie met al-Qaeda en de beruchte Osama Bin Laden, dit was" Noman Benotman, een voormalige leider van de Libyan Islamic Fighting Group. Terwijl mainstream moslim leiders hebben lang bekritiseerd Al-Qaeda, deze critici hebben de jihadistische referenties te bijten om hun kritiek. " 27 Maar tegen die tijd een aantal "Libyan bazen had je verplaatst naar al-Qaeda: de Londense Daily Telegraph meldde dat hooggeplaatste leden van Al-Qaeda Abu Yahya Al-Libi en Abu Laith al-Libi was "Libyan leden. Rond deze tijd, Khadafi sommige "Libyan strijders uitgebracht in een slecht advsided humanitaire gebaar.

Noordoost Libische jihadi Killing VS, de NAVO-troepen in Afghanistan Right Now

Een van de fatale tegenstrijdigheden in de huidige State Department en de CIA beleid is dat zij gericht op een hartelijke samenwerking met Al Qaeda moordenaars in het noordoosten van Libië, op het moment dat de Verenigde Staten en de NAVO zijn genadeloos bombarderen van de burgerbevolking het noordwesten van Pakistan in de naam van een totale oorlog tegen Al Qaeda en de Amerikaanse en NAVO-troepen worden vermoord door Al Qaida guerrilla's in datzelfde Afghanistan-Pakistan theater van de oorlog. De kracht van deze flagrante tegenstelling zorgt ervoor dat de hele bouwwerk van de Amerikaanse oorlogspropaganda in te storten. De VS heeft al lang geleden verloren enige basis in de moraal voor militaire kracht.

In feite kan terroristische strijders uit het noordoosten van Libië te worden gedood Amerikaanse en NAVO-troepen in Afghanistan op dit moment, zelfs als de VS en de NAVO hun thuisbasis van de Khadafi de overheid te beschermen. Volgens deze rekening, een top Al-Qaida-commandant in het noordwesten van Pakistan was gedood door Amerikaanse actie zoals onlangs in oktober 2010: "Een hoge Al Qaida-leider die als al-Qaeda ambassadeur serveert naar Iran, en wordt gezocht door de VS, is gemeld te hebben gedood is in een Predator luchtaanval in door de Taliban gecontroleerde tribale Pakistaanse bureau's van Noord-Waziristan twee dagen geleden ....[Dit was] Atiyah Abd al Rahman, een Libische nationale, die is gebaseerd in Iran en diende als ambassadeur van Osama bin Laden aan de mullahs. Onbevestigde berichten in de pers geven aan dat Rahman werd gedood in een luchtaanval .... " 28 De US State Department Rewards for Justice pagina voor Atiyah Abd al Rahman merkt op dat hij al-Qaeda's "afgezant in Iran als benoemd door Osama bin Laden." Atiyah "geworven en gefaciliteerd gesprekken met andere islamitische groepen te bedienen onder "al-Qaeda en werd" ook een lid van de Libyan Islamic Fighting Group en Ansar al Sunna. " 29 Rahman werd gerangschikt hoog genoeg in de al-Qaeda te kunnen bevelen te geven aan Abu Musab al- Zarqawi, de leider van Al Qeada in Irak, in 2005.

Ook gedood in Pakistan was een duidelijk noordoosten Libische gaan door de naam van Khalid al Harabi, waarvan de keuze van een nom de guerre kan hem goed link naar de jihadistische boerderij onder de Harabi stam in Cyrenaica. Volgens een account, "Khalid al Harabi is een alias voor Khalid Habib, voormalige militaire commandant van al-Qaeda, die werd gedood in een Amerikaanse Predator staking in oktober 2008." 30

De Scenario blootgelegd door de in 1995 Shayler Affair is Operative Vandaag

In 1995, David Shayler, een ambtenaar van de Britse contra-organisatie MI-5, bekend werd dat zijn tegenhanger bij de Britse buitenlandse spionage organisatie MI-6 had de som van £ 100.000 betaald aan een Al Qaida gelieerde, in ruil voor de poging te vermoorden Kadhafi. De moordaanslag plaats vond, en doodde een aantal onschuldige omstanders, maar verzuimde om de Libische leider te elimineren. Zoals Shayler begreep de MI-6-scenario, maar onder meer de liquidatie van Kadhafi, gevolgd door de afdaling van Libië in chaos en stammenoorlogen, met een mogelijke optie voor een directe machtsovername door al-Qaeda zelf. Deze situatie zou dan een voorwendsel voor Groot-Brittannië, waarschijnlijk, maar niet noodzakelijkerwijs in overleg met de Verenigde Staten of andere landen, naar Libië binnen te dringen en de controle van de olievelden in beslag te nemen, waarschijnlijk de oprichting van een permanente protectoraat over de olie-regio's, de leidingen, en de kust. 31 Dit blijft het doel vandaag.

Samenvallen met de poging om Kadhafi, MI-6 en andere westerse geheime inlichtingendiensten te vermoorden ontketend een aanzienlijke opstand in het noordoosten van Libië, bijna precies in dezelfde gebieden die in opstand vandaag. De opstand werd met succes verpletterd door Kadhafi's troepen tegen het einde van 1996. De gebeurtenissen van 2011 zijn gewoon een reprise van de imperialistische aanval op Libië 15 jaar geleden, met de toevoeging van interventie van buitenaf ..

De oorlog tegen de Nation State

Vandaag aanval op Libië komt in het kader van een brede aanval op de instelling van de soevereine natie-staat zelf, als het al bestaat sinds het Verdrag van Westfalen in 1648. De Verenigde Staten en de Britse zijn diep bezorgd over het grote aantal landen die op zoek zijn naar om van Anglo-Amerikaanse hegemonie te ontsnappen door actief bezig met grootschalige samenwerking met Rusland over veiligheid, met China over economische vraagstukken, en met Iran voor de geopolitieke overwegingen. De CIA/MI-6 reactie heeft een wilde orgie van destabilizations geweest, macht van het volk staatsgrepen, kleur revoluties, en het paleis putsches, gesignaleerd door het document stortplaatsen door de CIA beperkte hangout operatie die bekend staat als Wikileaks, die heeft het gemunt op de namen van de CIA hit mist van Ben Ali Khadafi.De Obama-strategie zou de voorkeur hebben gegeven een exclusieve afhankelijkheid en de illusie dat de Arabische lente was echt een kwestie van jeugdige visionaire idealisten bijeenkomst in het openbare plein te loven de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten. Dit was nooit de werkelijkheid: de werkelijke beslissingen werden gemaakt door brute klieken van generaals en hoge ambtenaren omgekocht of gechanteerd door de CIA die zich achter de schermen om figuren als Ben Ali of Mubarak verdringen. Wat anders Kadhafi heeft gedaan, hij heeft ongetwijfeld gedwongen de CIA en de NAVO om de aangename masker van jeugdig idealisme en mensenrechten laten vallen, het onthullen van een afschuwelijke gezicht van de Predator drones, terreur bombardementen, wijdverbreide slachten, en kolonialistische arrogantie eronder. Kadhafi heeft ook geript het masker van "Yes We Can" uit Obama, het onthullen van een cynische oorlogsstoker opzet van de voortzetting van de beruchte Bush's "Dead or Alive" en "Bring It On" uit, maar met andere middelen.

A Distant Mirror voor imperialisten in Libië: Lucan's Pharsalia

Moderne imperialisten te popelen om overhaast in Libië moet nadenken Lucan's Pharsalia, Die handelt over oorlogsvoering in de Libische woestijn tijdens de wedstrijd tussen Julius Caesar en Pompeius de Grote aan het einde van de Romeinse Republiek. Een kritische passage in dit Latijns-epos is de toespraak van Cato van Utica, een volgeling van Pompeius, die spoort zijn soldaten uit te voeren een zelfmoord missie in Libië, zeggende: 'slangen, dorst, hitte, zand en ... Libië alleen kan een veelheid aanwezig van de ellende die het zou betamen mannen om te vliegen vanaf. "Cato vooruit gaat, en vindt 'een beetje graf te voegen [zijn] geheiligd naam, Libië verzekerd van de dood van Cato ...." 32

Laten we niet deze dwaasheid te imiteren.

Investigative leidt uit de West Point Studie: Een oproep aan Geleerden

De West Point studie, zoals opgemerkt, werd uitgevoerd aan de hand van bijna 700 Al-Qaeda personeel bestanden die zijn gemaakt door de coalitietroepen in Irak. 33 De auteurs van de studie hebben beloofd om grond beschikbaar houden online de documentaire van dit onderzoek, zowel in de vorm van de ruwe Arabische taal al-Qaeda personeelsdossiers 34 , en ook van hetzelfde bestand kaarten in het Engels vertalen.35 Ervan uitgaande dat dit materiaal beschikbaar blijft, is het misschien mogelijk zijn voor onderzoekers en journalisten, en vooral die met vermogens in het Arabisch niet bezeten door de huidige schrijver, te bekijken onderzoek naar de Libische strijders in Irak die ging met een vast te stellen of een van hen zijn familieleden, buren, of zelfs politieke collega's van de bekende leden van het Benghazi-rebellen Raad of van andere anti-Khadafi krachten. Een dergelijke procedure kan ertoe bijdragen dat de Europese en Amerikaanse publiek als anderen in de wereld beter te begrijpen van de aard van de militaire avontuur nu afspeelt in Libië door het verkrijgen van een meer specifieke kennis van wie de Libische rebellen in werkelijkheid zijn, in tegenstelling tot de holle lofdichten purveyed door de gecontroleerde westerse media.