PAMELA HEMELRIJK – 31 januari 2007
Is de vrijheid van meningsuiting onverenigbaar met de godsdienstvrijheid? Minister Nicolai vindt van wel. Die verkondigde vorige week dat de vrijheid van meningsuiting voorrang moet krijgen op de godsdienstvrijheid, wanneer die twee grondrechten met elkaar “botsen”.
Het kabinet denkt er genuanceerder over: als twee grondrechten met elkaar op gespannen voet staan, aldus een nota uit 2004, dan moet per geval worden bekeken welk grondrecht de voorrang heeft, en als de politiek er niet uit komt, dan moet de rechter het maar doen.
Nicolai wil dus een vaste rangorde voor grondrechten invoeren, en het kabinet wil nu eens de godsdienstvrijheid laten prevaleren, en dan weer de vrijheid van meningsuiting, al naar gelang dat het beste uitkomt.
Om te beginnen vraag je je af, als je dat leest, wat onze regering in godsnaam onder een grondrecht verstaat. Want als het ene grondrecht ondergeschikt wordt gemaakt aan het andere, dan is het geen grondrecht meer, zeg nou zelf. Op een grondrecht moet je je blindelings kunnen beroepen, zonder je het hoofd te breken over de vraag of het misschien in strijd is met een ander grondrecht. 'Botsende' grondrechten horen in een zichzelf respecterende grondwet niet thuis. Stel dat het ene grondwetsartikel het onvervreemdbaar recht op life, liberty and the pursuit of happiness garandeert, en het andere het onvervreemdbaar recht om slaven te houden. Dan ga je toch niet zitten bekvechten over de vraag welk van die twee zwaarder moet wegen? Dan ben je toch volkomen van de pot gerukt als je voorstelt dat de rechter maar per geval moet uitmaken wie er aan het langste eind trekt, de slavenhouder of de mensenrechtenactivist? Dan constateer je toch dat de grondwet op flagrante wijze met zichzelf in strijd is, en als de wiedeweerga moet worden gecorrigeerd?
Maar dat is van ministers kennelijk teveel gevraagd. Die lossen het liever op z´n Orwelliaans op. 'Alle grondrechten zijn gelijk, maar sommige grondrechten zijn gelijker dan andere', als het ware. Ik begrijp trouwens in de verste verte niet waar Nicolai en het kabinet het idee vandaan halen dat de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting elkaar ondergraven. Volgens mij is dat je reinste kwatsch. Godsdienstvrijheid houdt in dat niemand u kan verbieden om er een religie op na te houden van welke aard dan ook, en daar luidkeels van te getuigen, desnoods door overal rond te bazuinen dat alle godloochenaars eeuwig in het vagevuur op hun tong zullen moeten kauwen, gezeten naast de duivel. Daar bent u helemaal vrij in. U bent ook volkomen vrij om vijf maal daags met het gelaat naar Mekka te gaan liggen, of geknield naar Santiago de Compostella te kruipen, of in tongen te spreken, of om alle trappen van het Vaticaan schoon te likken als u daar aardigheid in heeft.
Vrijheid van meningsuiting houdt in dat ik mag vinden dat u van lotje getikt bent als u dat soort dingen doet, en dat ook in woord en geschrift mag uiten.
Ik zie niet in waarom die twee grondrechten elkaar bijten. U beperkt mijn vrijheid niet door naar Santiago de Compostella te kruipen, en ik beperk de uwe niet door te vinden dat u niet goed wijs bent. Zelfs door u en uw geloof te beledigen, bijvoorbeeld door te beweren dat u een smerige christenhond bent, of een geitenneuker, of wat niet al, tast ik uw godsdienstvrijheid in de verste verte niet aan. Als ik geweld zou gebruiken om u het kruipen naar Santiago de Compostella te beletten, of uw huis in brand zou steken omdat u uw geloof niet wilt afzweren, dan zou het wat anders zijn. Maar dat staat de vrijheid van meningsuiting mij dan ook niet toe.
Laten we wel wezen: gelovigen zijn door de eeuwen heen uitsluitend in hun godsdienstvrijheid beperkt door andere gelovigen; van de vrijheid van meningsuiting hebben zij niets te vrezen. Ooit gehoord van een protestant die door fanatieke vrijdenkers aan de Spaanse Inquisitie werd uitgeleverd? Ooit gehoord van een Hugenoot die voor fanatieke vrijdenkers op de vlucht moest slaan? Ooit gehoord van een oud besje dat door fanatieke vrijdenkers wegens hekserij werd op de brandstapel werd gezet? Vrijdenkers en humanisten waren verdorie de enigen die aan vervolgde gelovigen een veilig heenkomen boden! Zonder de vrijheid van meningsuiting zou het er voor de godsdienstvrijheid juist uitermate somber uit zien. Een godsdienstige overtuiging is per slot ook niks anders dan een mening.
Waarom houdt het kabinet dan toch koppig vol dat die twee met elkaar botsen? Hoor eens, het kabinet weet ook donders goed dat de vrijheid van meningsuiting hoegenaamd geen inbreuk vormt op de godsdienstvrijheid, en dat vrijdenkers nog nooit geprobeerd hebben hun inzichten met geweld aan kerkgangers op te leggen. Ik zou tenminste geen enkel voorbeeld weten.
Maar het omgekeerde is schering en inslag, vooral sinds de Islam hier zijn intrede heeft gedaan. Geweld tegen vrijdenkers wordt om de haverklap gerechtvaardigd met een beroep op de godsdienstvrijheid. Vraag maar aan Mohammed B. Voor Mohammed B. betekent godsdienstvrijheid niet de vrijheid om te geloven wat je wilt, maar de vrijheid om critici van dat geloof de strot af te snijden.
Het lijkt verdorie waarachtig wel of het kabinet, in zijn muticulturele geloofsijver, die opvatting heeft overgenomen! Want alleen als je Mohammed B. zijn definitie hanteert, kom je inderdaad in de knel. ("Verrek! Het grondrecht om andersdenkenden te doden staat haaks op het grondrecht om er een afwijkende mening op na te houden! We hebben een staatsrechtelijk probleem! Laat ons snel een nota schrijven!") Als het kabinet een knip voor zijn neus waard was, dan zou het luid en duidelijk verklaren dat er van botsende grondrechten geen sprake is, en dat godsdienstvrijheid een logisch uitvloeisel is van de vrijheid van meningsuiting. Dat het gelijkwaardige grootheden zijn, die elkaar eerder versterken dan dat ze elkaar tegenspreken. En dat er dus geen enkele noodzaak is om ze tegen elkaar af te wegen. Tenzij je onder godsdienstvrijheid verstaat wat Mohammed B. eronder verstaat. Maar zo diep zijn we nog niet gezonken, mag ik hopen.
Wat wel op zeer gespannen voet staat met de vrijheid van meningsuiting, dat is onze anti-discriminatiewetgeving. Pim Fortuyn heeft daar al op gewezen, en hij had volkomen gelijk. Kijk, dat de overheid zijn burgers gelijk moet behandelen, dat spreekt natuurlijk vanzelf, en dat staat ook niet voor niks in artikel 1 van de grondwet. Maar een paar jaar geleden heeft de overheid besloten dat burgers elkaar niet meer mogen discrimineren, en dat vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. Wie iets onaardigs zegt over sommige bevolkingsgroepen, of niks met sommige bevolkingsgroepen te maken wil hebben, die riskeert nu een jaar cel. Je mag iemand niet kwetsen of discrimineren op grond van zijn geloof, levensovertuiging, seksuele voorkeur, of ras. (Dus je mag wel zeggen dat Amerikanen een rotvolk zijn, of dat je de schurft hebt aan mannen met baarden, maar niet dat je de pest hebt aan zevendedagsadventisten, of dat Marokkanen zich nogal vaak onledig houden met tasjesroven. Dat laatste is nog het gekste, welbeschouwd, want Marokkanen zijn helemaal geen ras. Maar als je er eentje weigert in een disco krijg je toch een strafklacht aan je broek wegens racisme. Als een imam daarentegen oproept om homo's van flatgebouwen te gooien gaat ie gek genoeg vrijuit.)
Onduidelijkheid troef dus, over wat je wel en wat niet mag zeggen, en dat leidt ertoe dat mensen huiverig worden om uberhaupt iets generaliserends te beweren over welke bevolkingsgroep dan ook. Je kunt immers nooit zeker weten of het misschien strafbaar is. Een zichzelf respecterende overheid behoort mensen nooit te vervolgen vanwege hun opinie, hoe onwelgevallig die ook mag zijn. Dan wordt de vrijheid van meningsuiting een dode letter. En te oordelen naar het politiek correcte gelul in de media is ie intussen al geruisloos een zachte dood gestorven.