PVV-leider Geert Wilders vreest dat Jordanië binnenkort een internationaal arrestatiebevel tegen hem uitvaardigt vanwege zijn film Fitna.
Dat zou betekenen dat hij het risico loopt uitgeleverd te worden als hij zich naar het buitenland begeeft. Wilders bevestigt een bericht in de Volkskrant hierover.
Minister Maxime Verhagen van Buitenlandse Zaken is op de hoogte en neemt de zaak zeer serieus, aldus Wilders.
Tegen Wilders is in Jordanië een klacht ingediend door een groep die zich The Messenger of Allah Unites Us noemt. Deze beschuldigt het Nederlandse Tweede Kamerlid van racisme en het aanzetten tot haat tegen de islam en moslims.
De klacht werd maandag door de rechtbank in de Jordaanse hoofdstad Amman ontvankelijk verklaard.
Wilders verwacht dat de rechtbank snel overgaat tot een dagvaarding en een internationaal arrestatiebevel. "Het ontvankelijk verklaren van de klacht ging ook heel snel."
Mocht dat gebeuren, dan kan Jordanië via Interpol een verzoek tot opsporing en aanhouding van Wilders doen. Dat heeft geen gevolgen zolang hij in Nederland blijft, aldus het Kamerlid.
Maar in het buitenland loopt hij dan een risico. Ook landen die geen uitleveringsverdrag met Jordanië zouden hem dan kunnen uitleveren, bijvoorbeeld met het oog op handelsbelangen.
Wilders ervaart de stuatie als een ernstige belemmering van zijn bewegingsvrijheid. Hij is wel erg te spreken over de steun die hij krijgt van Verhagen, met wie hij al diverse keren contact heeft gehad over de zaak.
De woordvoerder van Verhagen zegt dat de minister "de zaak zeer nauwkeurig volgt omdat ze implicaties kan hebben voor de vrijheid van meningsuiting in Nederland".
De woordvoerder wijst erop dat de rechtbank in Amman nog geen uitspraak heeft gedaan en dat Nederland niet kan treden in de rechtsgang in Jordanië.
VVD-Tweede Kamerlid Hans van Baalen heeft schriftelijke vragen gesteld. Hij wil weten of Verhagen bereid is de Jordaanse regering duidelijk te maken dat een internationaal arrestatiebevel tegen Wilders opgevat zal worden als een "onvriendelijke daad.''
De woordvoerder van Verhagen heeft natuurlijk geen gelijk met te zeggen dat Nederland niet kan treden in de rechtsgang in Jordanië: Nederland kan best op dit moment al haar mening geven en die ook uitdrukkelijk bekend maken aan de Jordaanse regering. In andere zaken heeft Nederland geen problemen gehad om uitspraken te doen terwijl doe nog onder de rechter waren.
Het is mooi dat de Nederlandse regering Wilders wil verdedigen, maar zij doet dit niet bij een andere willekurige onderdaan tegen wie een internationaal opsporingsbevel loopt. Sterker nog, als het een Europees uitleveringsbevel betreft, dan wordt dit niet eens meer inhoudelijk getoetst door een Nederlandse rechter, uitlevering volgt administratief zoals Rob Hörcher en Klaas Jan Bolt ondervonden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten